Henk Doppenberg © Collectie familie Doppenberg
Henk Doppenberg werd op 1 oktober 1921 geboren in Putten. Zijn hele leven woonde hij in Koudhoorn. Hij vertelde veel over zijn jeugd, het leven en de mensen in dat buurtschap aan zijn dochter Bia en schoonzoon Aart Mosterd. Laatstgenoemde tekende het verhaal van zijn schoonvader op.
Vijf cent per uur
Vijftien jaar was Henk Doppenberg toen hij ging werken op de melkfabriek aan de Stationsstraat in Putten. Vaak moest hij twee maal per dag vanuit Koudhoorn, waar hij woonde, naar de melkfabriek fietsen. Zo’n 40 km samen, zomer en winter. Doorleren, wat zijn onderwijzer bij zijn ouders bepleitte, kon niet. Er was armoede en Henk moest mee verdienen. Koudhoorn was met Krachtighuizen het armste deel van Putten. Slechte bouwgrond en bijna geen werk. Bij zijn eerste baantje, boompjes poten verdiende Henk 5 cent per uur. Dan was werken op de melkfabriek toch beter. Op de melkfabriek werkte ook zijn leeftijdgenoot Henk de Boer uit Putten Zuid (Halvinkhuizen). Beide ongetrouwde jonge mannen werden bevriend.
Tewerkstelling
Op een dag, tijdens de oorlog, komt de directeur van de melkfabriek bij de twee Henken en zegt dat zij naar Duitsland moeten om daar te werken. Waarom vragen zij zich af? Kan de directeur daar geen ontheffing voor aanvragen? Zij werken tenslotte voor de voedselvoorziening. Volgens de directeur kan dat niet. Dan wordt Henk Doppenberg, die inmiddels ongeveer 10 jaar op de melkfabriek werkt, erg boos. Hij bijt zijn directeur toe: “Wanneer jij ons niet vrij krijgt van dat werken in Duitsland zorg ik er voor dat je zoon ook op transport gaat. Ik weet waar hij is ondergedoken.” De directeur werd lijkbleek van schrik en hij is nooit meer teruggekomen op de tewerkstelling van de Henken in Duitsland.
Weggevoerd
Op 1 oktober 1944 vierde Henk Doppenberg zijn 23e verjaardag. Henk de Boer zou op zijn verjaardag komen. Het liep echter heel anders. Henk de Boer ging naar de kerk en werd vervolgens weggevoerd naar Duitsland. Hij kwam niet meer terug. Henk Doppenberg wilde ook naar de kerk gaan. Maar onderweg daarheen zag hij zoveel Duitsers en zoveel onrust dat hij is teruggegaan naar Koudhoorn en zich daar verborgen heeft gehouden.
Voedselbonnen
Op de melkfabriek waren ook voedselbonnen voor melk, boter en andere producten. Dat wisten de verzetsmensen ook die dringend bonnen nodig hadden voor mensen die zij hadden laten onderduiken. Henk Doppenberg werd door hen benaderd met het verzoek bonnen af te leveren bij een koerier van hen, mevrouw Jantje Tijssen, wonend aan de Garderenseweg. Henk heeft dat vele malen gedaan. Hoe hij daaraan kwam vertelde hij niet, maar dat lijkt niet moeilijk te raden. De moeder van Jantje Tijssen zei tegen Henk: “Henk, de Heere zal je hiervoor zegenen.”
Familie Van de Winden
Niet alles wat zich ondergrondse noemde verdiende die naam ook. In Koudhoorn woonde de familie van de Winden. Zij waren de enige Rooms Katholieke mensen in Koudhoorn en stonden goed aangeschreven. Van hun eigen vee hadden ze geslacht voor eigen gebruik. Dat moest stiekem, want anders pakten de Duitsers het vlees af. Vader en zoon Van de Winden zijn op de deel aan het melken wanneer er ineens mannen op de deel verschijnen. Zij zeggen tot de ondergrondse te behoren en eisen het vlees op. Vader Piet van de Winden vertrouwt het niet en weigert. Er ontstaat een woordenwisseling en de zogenaamde ondergrondsen schieten vader Piet dood. Zoon Chiel die nog zit te melken wil zijn vader helpen. Dat lukt niet meer en ze schieten ook Chiel dood. Een vreselijke gebeurtenis die de kleine gemeenschap Koudhoorn erg heeft beroerd.
Zwarte handel
Een andere boer in Koudhoorn, Johannes Huisman, heeft een platte wagen en een paard. Op deze wagen worden Piet en Chiel gelegd en Johannes Huisman brengt beide overledenen naar het baarhuisje op de oude begraafplaats in Putten. Het gonst van de geruchten over de daders. Wanneer Henk Doppenberg een aantal dagen later van de melkfabriek naar Koudhoorn gaat kan hij niet langs de Pol (hoek Kerkstraat, Achterstraat en Garderenseweg). In elke straat liggen Duitsers achter een mitrailleur. Op afstand staat Henk te kijken en ziet hoe mensen uit het gebouw op de Pol onder zware bewaking naar buiten komen, ingeladen worden in een overvalwagen en worden afgevoerd. Daarbij vermoedelijk ook de personen die vader en zoon Van de Winden doodschoten. Dit waren geen verzetsmensen, maar mensen die zich bezig hielden met zwarte handel in o.a. vlees. In het bos vond men een hol waarin het vlees was verborgen. Na de oorlog heeft de familie Van de Winden Koudhoorn verlaten en is geëmigreerd naar Canada.
Melkbussen
Bijna dagelijks ontmoette Henk Doppenberg de melkrijder Willem Huisman uit Garderen op de melkfabriek. Hij haalde ook de melk in Koudhoorn op. Wat vrijwel niemand wist was dat hij actief was in het verzet. Met name tegen het einde van de oorlog had het verzet wapens nodig. Deze wapens werden uit vliegtuigen gedropt in de bossen aan de rand van Koudhoorn. Willem Huisman vervoerde die wapens op zijn wagen met melkbussen naar de verzetsmensen waarvoor die bestemd waren.
Familie Puts
Vaak vertelde Henk Doppenberg over het onrecht dat na de oorlog de familie Puts die aan de Kolthoornseweg woonde is aangedaan. Puts had een kippenfarm met een broederij. Voor die tijd modern en groot. Niemand in Koudhoorn had negatieve ervaringen met Puts. Hij was Duitser, was voor de oorlog in Koudhoorn komen wonen, had in de oorlog niet met de bezetter samengewerkt. Toch wordt hij na de oorlog van zijn woning en bedrijf verdreven. Enige vroegere personeelsleden krijgen het bedrijf en leiden dit binnen de kortste keren naar de afgrond.
Wildforsterweg 5
Henk Doppenberg woont na de oorlog op Wildforsterweg 5 in Koudhoorn. Met heel hard werken heeft hij samen met zijn vrouw daar een boerderij opgebouwd met varkens, kippen en kalveren. Bovendien verhuurden ze ’s zomers hun woning voor het grootste deel aan pensiongasten. Na 29 jaar stopt hij met werken op de melkfabriek en wordt fulltime boer. Hij overlijdt op 93-jarige leeftijd op Koudhoorn, in de woning die hij zo lief had.
Aart Mosterd, Putten, juni 2019