
Els Eekhoutte
Els Luteijn-Eekhoutte werd op 25 juli 1943 te Bussum geboren als Elisabeth Antonia Eekhoutte. Zij was de dochter van Gerrit Eekhoutte en Gerlina Johanna van Rijssen. Zij is op 8 februari 2019 thuis in Putten overleden, na enkele jaren met ziekte gekampt te hebben.
Zij volgde in haar jonge leven een opleiding tot onderwijzeres aan de Christelijke Kweekschool op Gereformeerde Grondslag “Rehoboth” te Utrecht. Hieruit volgde in 1962 een benoeming aan een school voor lager onderwijs te Vianen. Na haar huwelijk, op 5 juli 1965 met Levinus Adriaan Luteijn, bleef ze het vak trouw door vaak als tijdelijke kracht in het onderwijs op te treden. Eerst in Zeist en vanaf 1969 in Woudenberg. Een volledige baan naast het opvoeden van haar twee dochters en een zoon was toen niet gebruikelijk. Na het behalen van de akte tot volledig bevoegd onderwijzer in 1982 kreeg zij een vaste benoeming als lerares aan de afdeling voortgezet speciaal onderwijs van de school voor slechtziende kinderen van de Vereniging "Bartiméus" te Zeist. Van hieruit werd zij landelijk werkzaam als ambulant begeleidende leerkracht voor het regulier basis onderwijs. Deze functie bracht haar ook op verschillende scholen in Putten. Een plaats waaraan ze al sinds 1955 goede herinneringen had toen zij op schoolkamp was in de “Peppelhoeve” aan de Peppelerweg. Ook haar man was werkzaam in de wereld van de slechtzienden en had daarbij een periode op Sonneheerdt in Ermelo gewerkt en was daardoor ook niet onbekend met de omgeving.
Toen er in 1992 een boerderijtje op Veenhuizerveld te koop kwam ging er een wens in vervulling en hebben zij dan ook niet geaarzeld de stap te zetten om van Woudenberg naar Putten te verhuizen. Omdat tuin en huishouden haar te weinig in contact brachten met mensen zocht zij in deze nieuwe omgeving al gauw naar zinvol vrijwilligerswerk om zich zo voor de gemeenschap in te kunnen zetten. Als fervent lezer kwam als eerste de bibliotheek in beeld. Die had ze als vaste klant al leren kennen. Als vrijwilliger hielp ze al snel bij het ordenen en opruimen van de terug gebrachte boeken. Daarbij kon ze haar passie voor boeken delen met bezoekers en jeugdgroepen en adviseren welke boek wellicht een goede keuze zou zijn. Ook verzorgde zij vele jaren de inhoud van de vitrine om zo met verschillende gekozen thema’s de jaargetijden en feestdagen te illustreren. Vanwege haar pedagogische kwaliteiten werd ze ingeschakeld om stagiaires op de bibliotheek in te werken. Gedwongen door haar ziekte nam zij eind 2018 afscheid van de vele vrijwilligers waar mee zij vanaf 1995 had samen gewerkt. En als een van de weinige overgebleven vaste vrijwilligers ook afscheid van haar geliefde bibliotheek.
In 1999 werd zij gevraagd om als vrijwilliger rondleidingen te verzorgen op het landgoed Schovenhorst. Dit was voor haar een nieuwe uitdaging. Rondleiden en lesgeven waren haar niet vreemd, maar over voldoende kennis van de bomen in het pinetum en arboretum beschikte zij nog niet. In een bewonderenswaardige korte tijd maakte zij zich die kennis eigen. Allereerst door zich te laten voorlichten door het vaste personeel maar vooral door zelfstudie in de bibliotheek van Schovenhorst. Om goed voorbereid te zijn voor haar rondleidingen inventariseerde zij met een collega de bomen waarlangs de rondleidingen zouden plaatsvinden en maakte zij bij iedere boom een interessant verhaal van kenmerken en bijzonderheden. Zij had daarbij als motivatie, dat deze kennis gemakkelijk over te dragen moest zijn aan eventuele nieuwe collega-rondleiders. Schovenhorst beschikt daardoor nu over een uitgebreide database. Toen zij merkte dat ook kinderen, tijdens de rondleidingen, geïnteresseerd waren dacht zij mee aan het ontwikkelen van een educatief programma voor scholen. Drie maanden voor haar overlijden moest zij ook van Schovenhorst, haar tweede vrijwilligerskring afscheid nemen.
De derde vrijwilligersactiviteit betrof het Puttens Historisch Genootschap, waar zij als gastvrouw fungeerde in het Museum de Tien Malen. Met de kennis en vaardigheid in het lezen van oude handschriften (waarvoor zij al in 1975 een cursus volgde) transcribeerde zij samen met haar man, de oudste doop- trouw- en aktaboeken (notulen van de kerkenraad) van Putten en bewerkte die voor publicatie op de website van de gemeente Putten. De Genealogische werkgroep van het Puttens Historisch Genootschap kreeg in 2012 voor een beperkte tijd van het Rijksarchief te Arnhem de zogenaamde Momberschapsakten te leen. Deze uit circa 50 boekwerken bestaande collectie betreffende weeskinderen kwam zo tijdelijk in het gemeente archief van Putten. De werkgroep heeft deze bron onderzocht op gegevens van Puttenaren in de periode van 1600-1700. Deze periode is vooral van belang omdat in het verleden de kerkboeken uit deze tijd door brand zijn vernietigd. Met haar kennis op het vlak van transcriberen was zij lid geworden van de Genealogische werkgroep en heeft zij de Momberschapsakten in (voor ons) leesbare tekst in de computer weten te zetten. Daarnaast heeft zij meegewerkt in een groepje dat de zogenaamde Protocollen van Bezwaar van Putten heeft getranscribeerd. Per buurtschap werden hier lang geleden zaken vastgelegd in wat we nu notariële akten zouden noemen. Deze documenten over de periode 1675 tot 1811 bevatten daarom heel veel gegevens over de Puttense bevolking. Zoals de verkoop van woningen, magescheiden (boedel verdelingen), testamenten, hypotheken en verhuur van land. Alleen de afschriften die als kopieën door ambtenaren werden over gepend of beter gezegd neer gekrabbeld, zijn bewaard gebleven. Veel werk dus. Het hoeft geen betoog dat Els het grootste aandeel heeft gehad in de uitvoering. Nadat Els buurtschap Hell (met veel pagina’s) had afgerond is haar gemaild dat het een “Hell of a job” geweest moest zijn. Ook het oude archief van de malen van het Putterbos heeft ze op die manier leesbaar gemaakt.
Tijdens haar ziekte, die in 2015 werd geconstateerd, heeft zij, als laatste werk, de gegevens van alle personen uit de registers van de gepensioneerde militairen verzameld en waar mogelijk uit andere bronnen aangevuld. Velen van deze brachten hun oude dag door in Putten en werden door de bevolking “kiekers” genoemd. Dit bestand is door overige leden van de werkgroep na haar dood verder geschikt gemaakt voor publicatie. Binnenkort zal het op de gemeentelijke website beschikbaar komen.
Dit alles geeft misschien de indruk van iemand die alleen maar veel werk heeft verzet, maar dat doet haar erg te kort. Meer het feit dat ze altijd vriendelijk en belangstellend voor iedereen was en dat ze vol goede moed haar taak opvatte kenmerkte haar. Ze was een lief en zorgzaam mens. Vaak kwam ze met haar zelf gebakken koekjes op de werkgroep. Een vrouw uit duizenden die deze wereld een stukje aangenamer heeft gemaakt. Een vrouw die het verleden van Putten beter zichtbaar heeft gemaakt. Een vrouw om niet te vergeten.