H. Pancratiuskerk
Mogelijk is de eerste kerk zo rond 800 gebouwd gebeurd en zijn er diverse opvolgers geweest. Immers, in de loop van de achtste eeuw heeft het Christendom zich hier vast gevestigd en zullen de mensen een heiligdom nodig gehad hebben. Waarschijnlijk is er toen een kerkje gebouwd in opdracht van de graaf van Hamaland omdat het als ‘eigenkerk‘ in diens familie is doorgegeven.
Aan welke heilige dit mogelijke kerkje gewijd was zullen we nooit weten. De wijding van kerken aan de H. Pancratius is onder de Duitse adel pas na 900 in zwang gekomen. Wel is daaruit af te leiden dat de Puttense parochiekerk niet lang ná 900 aan de H. Pancratius is gewijd.
Zéker is dat er al in het midden van de tiende eeuw een kerk(je) stond. Immers, bij de stichting van het klooster te Elten in het jaar 963 door graaf Wichman zijn vele goederen te Putten aan dit klooster geschonken. Het klooster bleek vervolgens ook de helft van de kerk te bezitten.
Van hout naar steen
Afgaande op voorbeelden van kerkstichting in de omgeving (zoals Ermelo) zullen de eerste kerkjes eenvoudige rechthoekige bouwwerken van hout en klei zijn geweest, zoals ook de boerderijen waren. In het tweede kwart van de elfde eeuw is de kerk herbouwd ‘in gebakken steen en grote oerblokken, zoals die uit het Hunnerbroek werden opgegraven‘.
De eerst bekende pastoor van Putten is een zekere Wenemarus. Hoewel er natuurlijk sinds de stichting van de kerk te Putten geestelijken de functie van pastoor zullen hebben vervuld is hij de eerste van wie iets bekend is. Zo gaf hij in ca. 1280 een bijdrage aan de inzameling voor gelden voor wat de achtste kruistocht moest worden, maar deze is toen niet doorgegaan.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.