Ontstaan
Wanneer ze zijn ontstaan is niet zeker maar hun bestaan gaat waarschijnlijk terug tot in de Germaanse tijd. De maalschappen waren organisaties van gebruikers (geërfden) van woeste gemeenschappelijke gronden als bossen en heidevelden. Dat beheer en eerlijke verdeling van de woeste grond nodig was blijkt wel uit het feit dat voor één hectare cultuurgrond zo‘n zeven hectaren woeste grond nodig waren als leverancier van plaggen voor bemesting en hout voor bouwen, gereedschap en verwarming.
Maalmannen
Wellicht hebben de bevoegdheden van de geërfden binnen een maalschap zich vroeger ook uitgestrekt over andere rechtszaken maar deze functie is in de middeleeuwen al vroeg door de vorsten overgenomen. De beheertaken werden uitgevoerd door gekozen maalmannen. Jaarlijks vergaderden de geërfden over de verdeling en het onderhoud, vergaderingen die vaak werden beëindigd met een gemeenschappelijke maaltijd: het ‘malenvet‘. De maalschappen zijn blijven bestaan tot in de negentiende eeuw.
Putten
In Putten waren er wellicht ooit tien van zulke maalschappen, te weten: het Hoeverbroek en Hoeverveld, het Hellerveld, het Hellerbroek, het Huinerveld, het Huinerbroek, Halvinkhuizen, het Bijsterense broek, en de bosmaalschappen het Sprielder- en het Putterbos.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.