Mevrouw Kleinendorst - Van Beek (1929) woonde met haar ouders, drie zusjes en een broertje op een boerderij in de buurtschap Hoef, in Putten. Door de vele evacuees veranderde het boerderijleven in de laatste winter van de oorlog aanzienlijk.
Evacués in de oorlogswinter van 1944
Mevrouw Kleinendorst - Van Beek (1929) woonde met haar ouders, drie zusjes en een broertje op een boerderij in de buurtschap Hoef, in Putten. Door de vele evacuees veranderde het boerderijleven in de laatste winter van de oorlog aanzienlijk.
“Vlak voor de razzia kregen we evacués. Mijn vader had tijdens zijn militaire dienst goed contact gekregen met familie Bongers uit Wageningen. Hij had daar altijd een kopje koffie gedronken. Er was afgesproken dat als er iets was, de familie Bongers vanuit Wageningen naar Putten zou komen. De familie Bongers had een groot verhuisbedrijf. Om te voorkomen dat een verhuiswagen werd gevorderd, hebben ze die al half september bij ons neergezet. Later kwamen eerst twee dochters met een handkar met matrassen. Dat lijkt misschien een gekke vertoning, maar het was in die tijd toch wel gewoon.
De laatste oorlogswinter is mij het meest bijgebleven. Met al die evacués die bij ons kwamen, waren we met minstens een dubbel aantal mensen. Dat was ineens een heel ander leven op de boerderij. Met zoveel mensen gebeurde er van alles. Dan was er weer iemand die een nachtje ondergedoken moest blijven. Het was nooit saai. En je had plezier met elkaar. Er kwam ook wel eens familie uit Utrecht of uit het Gooi om eten te halen. Hoe mijn moeder het voor elkaar heeft gekregen om voor zoveel mensen iedere dag weer eten te koken? Niet op een mooie gaspit dat je maar even aandraait, nee: op een houtkachel. Ik begrijp dat nog steeds niet.
In die oorlogswinter hebben we heel vaak stamppot en hutspot gegeten. Eén keer stond de hutspot al klaar op de kachel toen er werd gebombardeerd. We moesten schuilen. We hadden allemaal een uitweg en iedereen wist dat. Toen we terugkwamen, zagen we dat er roet in de pan was gevallen door het dreunen van de bommen. Dat zijn van die dingen die je nooit meer vergeet. En ik heb jaren geen hutspot meer willen eten.
Na de oorlog werd er puin geruimd: er werd weer gebouwd. Je zag huizen tevoorschijn komen. Dat ging eigenlijk zo vanzelf. Men begon weer, zonder de weggevoerde mannen. Hoe? Dat vraag ik me nu ook af. Onze bakker was er niet meer, maar er waren toch weer anderen die dat oppakten. Vaak door de vrouwen. Ook in de slagerij hield een vrouw het bedrijf draaiende. Je snapt eigenlijk niet dat het leven gewoon doorging.
Er is in 1949 een herdenkingsmonument onthuld door koningin Juliana. Ik was daarbij en mijn broertje heeft daar gezongen. Het is heel frappant, kortgeleden was er daar een herdenkingsbijeenkomst en toen heeft mijn broer weer gezongen. Eigenlijk ga ik nooit meer naar herdenkingen. Niet uit principe, maar vanwege de emotie.”
Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. Dit verhaal over Mevrouw Kleinendorst-Van Boek is geschreven door Martin Raanhuis, op basis van een oral history-interview, afgenomen in november 2018.
©2018 - Verhaal van Putten is een initiatief van de gemeente Putten
Disclaimer | Privacyverklaring
Ontwerp: INZPIRE Communicatie | Webdevelopment: Haagen Internet