zoek bewaard kaart contact

Home verhalen Het verhaal van Jansje Rozendaal Hogebrug

Het verhaal van Jansje Rozendaal Hogebrug

Jansje Rozendaal Hogebrug werd geboren op 1 april 1928 in Putten als 6e dochter in het gezin Hogebrug. Haar vader was Jacob Hogebrug uit Zwolle(zijn voorgeslacht komt uit Putten Olden Aller-koetsiersfamilie). Haar moeder, Jansje van Dijk, kwam uit Kampen.

Thema:

Haar ouders vestigden zich in Putten, en hadden een kwekerij gekocht aan de Driewegenweg. Ze verkochten er bloemen en klein fruit, later startten ze een boerenbedrijf met koeien. Het land lag achter de boerderij waar nu de Lariksstraat, Esdoornlaan en Meidoornlaan liggen. Vader Hogebrug had een kleine melkfabriek gebouwd, de melk van boeren uit de omgeving werd in eigen beheer verwerkt hij had 2 knechts in dienst. Er werd ook boter en karnemelk gemaakt. De melk werd uitgevent helemaal tot aan Voorthuizen. Dit ging allemaal met melkbussen op de transportfiets, iedereen had zijn eigen pannetje om de melk in te doen.

Het gezin Hogebrug bestond uit 7 meisjes en 1 jongen, Geertje, Hennie , Lubby, Wil ,Co, Jansje, Henk en Joon.

Henk is op 16 jarige leeftijd overleden aan hersenvliesontsteking(nekkramp).

 Toen Jansje van de lagere school kwam moest ze thuis helpen op de boerderij, en melk venten, net als haar oudere zussen. Maar het hoofd van de lagere school vond dat jammer, en heeft net zolang gepraat met haar ouders totdat ze het goed vonden dat Jansje door ging leren. Maar ze moest gewoon na school meehelpen op de boerderij, want ze was gelijk aan haar zussen en er werd nooit voorgetrokken.

Haar studie begon in Harderwijk aan het Lyceum tijdens de oorlogsperiode, de Duitsers hadden een groot gedeelte van de school in gebruik hadden genomen. Hoewel er een groot tekort aan schoolspullen was  behaalde ze haar diploma. daarna ging ze op zaterdag naar de Kweekschool in Utrecht. Hier heeft ze nog een jaar extra gestudeerd voor haar hoofdakte.

Als jonge juf werd ze aangenomen bij het grote schoolbestuur, en begon ze op school Huinen. Ze heeft op bijna alle lagere scholen in Putten les gegeven, en was hoofdonderwijzeres in Steenenkamer. Ook had ze haar akte Nederlands en heeft nog kort lesgegeven op de Mulo. Tot aan haar pensioen heeft ze lesgegeven op school Bij de Bron in groep 8 aan de Papiermakerstraat. Hier vertelde ze ook altijd over de oorlog en de razzia in Putten, ook op andere scholen werd ze daarvoor uitgenodigd . Het was een onderwijscultuur waar mannen de dienst uitmaakten, maar waar Jansje zich goed staande hield. Het lesgeven vond ze heel erg fijn.

Er is een documentaire gemaakt door tv Gelderland over vrouwen in oorlogstijd, waar Jansje uitgebreid aan het woord komt, ook in landelijke dagbladen werd hier aandacht aan besteed.

Ze trouwt in 1956 met Everhard Rozendaal. Met hun beiden agrarische achtergrond kochten ze een klein boerderijtje aan de Cleenhorsterweg 1, vlakbij het station van Putten.

Met allebei een koe als huwelijkscadeau werd de boerderij al snel uitgebreid met meer koeien en varkens .Maar omdat de boerderij te klein was om van te leven, hadden ze allebei een baan ernaast. Dat betekende dat het keihard werken was. Jansje voerde voor het werk de varkens ,en Everhard molk met de hand de koeien. Voor een vrouw in die tijd was een baan ernaast bijna ondenkbaar.

Er werden 6 kinderen geboren, Albert, Jaap, Gerdien, Henk en Everhard(tweeling) en Jan Geerten.

Met 6 vrouwen heeft ze de Christelijke Plattelandsvrouwenbond opgericht. Begonnen in een achterkamertje bij de Boerenbond in 1959. Ze was lang presidente van de CPB Putten, werd vervolgens in 1980 in het provinciaal bestuur gekozen, en van hier uit nam ze zitting in het landelijk bestuur namens de provincie Gelderland.

Jansje werd vanuit het landelijk bestuur van de CPB afgevaardigde voor Nederland naar de ACWW (Associated Country Women of the World) waar ze vele conferenties bijwoonde in o.a. Nieuw Zeeland, Oostenrijk, Engeland.

Haar werk voor deze organisatie komt voort uit haar eigen bewustwording. Vrouwen moeten zich kunnen ontwikkelen en de keus hebben om thuis te blijven of buitenshuis te gaan werken.

Het CDA is altijd haar partij geweest, ze stond op de kieslijst, zat in werkgroepen en had altijd een duidelijke mening.

Ze zette zich enthousiast in voor het Puttens dialect, was actief in de werkgroep Putter Proat( Historisch Genootschap) en ze was regelmatig deelnemer tijdens de wekelijkse radio uitzending op Veluwe FM. Tegen een Puttenaar sprak ze uit principe altijd dialect.

Op 29 april 2003 werd ze koninklijk onderscheiden als lid in de Orde van Oranje Nassau voor haar verdiensten in onderwijs, CPB, eindredacteur van “ons plattelandsleven”, lid van stichting Makoni (Zimbabwe) voor ontwikkelingssamenwerking, later Burkina Faso, maatschappelijk betrokken bij het zelfbewust maken van vrouwen en hun mogelijkheden, thuis of elders.

Jansje was een geëmancipeerde vrouw in de juiste betekenis van het woord, (vooral niet feministisch)  die haar tijd ver vooruit was. Maar bovenal was ze een Christen met een rotsvast geloof in God. Ze vertelde met passie en liefde aan iedereen die het wilde horen over de Bijbel. De kerk (PKN) hoorde bij haar leven.  Het christen zijn heeft haar gedreven om altijd om te zien naar haar naaste, en mensen die het minder hadden te helpen.  Vooral de vrouwen in de maatschappij, om hen te helpen met het zoeken van mogelijkheden om zich te ontwikkelen waar en op welke manier dan ook.

Ze was een zeer geliefde moeder en oma. Ze ging vaak (met opa, Everhard Rozendaal, overleden 8 aug.1999) met de kleinkinderen fietsen of met de trein om stad, musea of natuur te bekijken. (een klein stukje educatie zat er altijd wel in).

Jansje Rozendaal Hogebrug is overleden te Putten op 27 december 2013 en begraven op de algemene begraafplaats Schootmanshof.

Andere relevante verhalen

©2018 - Verhaal van Putten is een initiatief van de gemeente Putten

Disclaimer | Privacyverklaring

Ontwerp: INZPIRE Communicatie | Webdevelopment: Haagen Internet

Deze site gebruikt cookies

Accepteren

Bekijk ons privacy-beleid.