
Jan en Gerritje van Beek-Arbon in goede tijden (foto: familie Van Beek)

De Papklok van Putten (foto: Niels van der Giessen)

Oude Kerk, Hervormde Gemeente Putten
Gerritje van Beek-Arbon was klokkenluidster van de hervormde Oude Kerk in Putten. Haar man Jan van Beek, geboren op 25 januari 1903, werd bij de razzia opgepakt. Hij is via kamp Amersfoort afgevoerd naar kamp Neuengamme in Hamburg waar hij op 5 december 1944 op 41-jarige leeftijd is overleden. Hij ligt in Hamburg begraven. Gerritje van Beek is geboren op 8 februari 1903. Ze bleef na de razzia achter met vijf zonen in de leeftijd van 16, 15, 13, 9 en 1 jaar oud. Ze had samen met haar man een touwwinkeltje waar ze koetouwen, rieten manden, paardentuigen en van alles wat boeren nodig hadden, verkochten. Haar man stond ermee op de markt en Gerritje beheerde het winkeltje. Jan luidde ook de klokken van de Oude Kerk. Toen hij weggevoerd was heeft zij die taak op zich genomen. Zij luidde dagelijks om 8 uur, 12 uur en 21 uur, de zogenaamde papklok. Ook voor de kerkdiensten luidde zij. Alleen bij begrafenissen werd zij bijgestaan door Willem van de Brink omdat er dan twee klokken tegelijk geluid moesten worden. Dit heeft zij 25 jaar lang gedaan, tot het luiden van de klokken geautomatiseerd werd. Gerritje overleed op 24 juli 1994 op 91-jarige leeftijd.
Bron: Luid & Duidelijk (Utrechts Klokkenluiders Gilde – UKG)
En wat luidde zij dan? De toren van de Oude Kerk bezit één echt oude klok die zeker vóór 1400 is gegoten. Deze klok staat in Putten als de Papklok bekend en luidt door de week traditioneel iedere avond om negen uur. De klok meet 123 cm in de onderdoorsnede, en weegt ca. 1200 kg. Haar toonhoogte is ongeveer E 1. Haar maker is onbekend. Het opschrift in de tekstband luidt: SANTE PANCREAS + KATERINA + JHESUS + MARIA.
De andere, grootste, klok werd in 1949 door Van Bergen in Heiligerlee gegoten. Deze klok heeft minstens twee voorgangers gehad. De oudste werd door de Utrechtse klokkengieter Henricus Meurs in 1601 vervaardigd. Die is in 1927 vergoten, wellicht omdat zij kapot was. De Spaar- en Bewaarbank van Putten schonk toen een nieuwe klok. Deze bank schonk ook in 1949 de nieuwe klok die de door de Duitsers geroofde klok uit 1927 verving.
Haar onderdoorsnede bedraagt ca. 156 cm, ze weegt zo’n 2400 kg en klinkt met toon C 1. Het opschrift in de tekstband geeft gietersnaam en jaartal weer: VAN BERGEN – HEILIGERLEE – 1949. Op de mantel lezen we o.a. het opschrift dat ook al op de Meursklok voorkwam:
VREDE GEEFT HEER IN ONSE DAGHEN + DES OORLOGSPLAGEN WILT AFSCHUTTEN + EN LAAT U WOORT + REIN UIT DIE FONTEIN DES LEVENS PUTTEN.
Hierna wordt op de klok gememoreerd dat de Puttense bank de klokken van 1927 en 1949 schonk. Het opschrift wordt besloten als volgt:
MOGE HAAR STEM TOT MEERDERE ERE GODS KLINKEN OVER EEN VREDIG EN WELVAREND NEDERLAND
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was hier ook nog een derde klokje aanwezig. Het zou een kleinere klok geweest zijn, maar de bronnen spreken elkaar tegen omtrent afmeting en gewicht. Deze klok stamde uit de tweede helft van de 15e eeuw en was vervaardigd door Steven Butendiic. Bij de inventarisatie aan de vooravond van de oorlog bleek deze klok echter al in stukken te zijn. Vermoedelijk hebben deze stukken het daarna niet lang meer gemaakt …
Beide huidige klokken worden elektrisch en met vallende klepel geluid.